Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Beer

betekenis & definitie

Beren op de weg zien, irreële zaken als excuus gebruiken om af te zien van een bepaalde onderneming; bang zijn voor ingebeelde gevaren. Ook met leeuwen en beren of andersom.

De uitdrukking bevatte oorspronkelijk leeuwen, maar wij kennen haar vooral met beren of leeuwen en beren (en soms beren en leeuwen). Beren en leeuwen worden in de bijbel regelmatig in één adem genoemd, onder meer in Amos 5:19, “Zoals wanneer iemand die vlucht voor een leeuw, aangevallen wordt door een beer, en dan, als hij een huis binnenvlucht en met zijn hand tegen de muur leunt, gebeten wordt door een slang’ (NBV, vergelijk ook Spreuken 28:15 en Jesaja 11:7). De bron van de uitdrukking is Spreuken 22:13, ‘Een luiaard zegt: “Buiten loopt een leeuw, die zal me verscheuren”’ (NBV) gecombineerd met Spreuken 26:13, ‘Een luiaard zegt: “Er is een leeuw op de weg, er sluipt een leeuw in de straten”’ (NBV). De oorspronkelijke betekenis is dus: het gebruiken van onwaarschijnlijke argumenten om ergens onderuit te komen, irreële zaken als excuus gebruiken. Daarom zijn (leeuwen en) beren op de weg zoveel als bewust opgeworpen obstakels, vergezochte tegenwerpingen. Daarnaast zijn het ook ingebeelde problemen of problemen die men zich te overdreven voorstelt.

Dat de leeuwen in het hedendaagse Nederlands vaak niet meer in deze uitdrukkingen voorkomen, is mogelijk een ontwikkeling die geografisch bepaald is. In onze streken is het onmogelijk om zomaar een leeuw tegen te komen. Beren zijn echter in het verleden ooit inheems geweest.

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Spreuken 22:13. Die trage seit, daer buten is een leeuwe Ick mocht uerworcht werden opter straten.

Gebruiksvoorbeeld: Waar de vakcentrale FNV nogal wat beren op de weg ziet en een afwachtende scepsis praktizeert, signaleert het werkgeversverbond VNO interessante vernieuwingen die hoopvol stemmen. (NRC, aug. 1994)

Gebruiksvoorbeeld: Ook vrouwen zijn behept met vooroordelen en verongelijktheid. We zien beren op de weg, waar ze misschien niet meer zijn. (N. Noordervliet in T. Streng, Geschapen om te scheppen? Opvattingen over vrouwen en schrijverschap in Nederland, 1815-1860, 1997, p. viii)

Gebruiksvoorbeeld: U moet niet zo piekeren. U ziet overal leeuwen en beren op uw weg. (N. van der Zee, Zuster Juuls Ereprijs, z.j. (1963), p. 32)