zuur
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Marc De Coster (2020-2024)
(1913) (stud.) onaangenaam, bitter. • 'n zuur geval (verlies): onaangenaam, bitter. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)
Wiktionary (2019)
zuur - Zelfstandignaamwoord 1. zure vloeistof, die een verhoogde concentratie waterstofionen bevat 2. (scheikunde) een chemische stof die in water opgelost in staat is waterstofionen af te splitsen: arrheniuszuur 3. (scheikunde) een molecuul of ion dat in staat is waterstofionen af te splitsen: brønstedzuur 4. (scheikunde) een molecuu...
Muiswerk Educatief (2017)
zuur - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord 1. het geeft je een vervelend gevoel ♢ het is zuur voor hem dat het feest niet doorgaat 1. zuur kijken [onvriendelijk] 2. iem...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: