Wat is de betekenis van Zuur?

2025-02-14
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-14
Winkler Prins Studie

UNIEBOEK | HET SPECTRUM (2024)

2025-02-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-14
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

zuur

(1913) (stud.) onaangenaam, bitter. • 'n zuur geval (verlies): onaangenaam, bitter. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)

2025-02-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zuur

zuur - Zelfstandignaamwoord 1. zure vloeistof, die een verhoogde concentratie waterstofionen bevat 2. (scheikunde) een chemische stof die in water opgelost in staat is waterstofionen af te splitsen: arrheniuszuur 3. (scheikunde) een molecuul of ion dat in staat is waterstofionen af te splitsen: brønstedzuur 4. (scheikunde) een molecuu...

2025-02-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zuur

zuur - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord 1. het geeft je een vervelend gevoel ♢ het is zuur voor hem dat het feest niet doorgaat 1. zuur kijken [onvriendelijk] 2. iem...

2025-02-14
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Zuur

Zuur - onaangenaam, bitter: een zuur geval, verlies.

2025-02-14
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Zuur

Oorspronkelijk een bijnaam voor een zuur, grimmig, chagrijnig persoon, een zuurpruim.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-14
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

zuur

Smaakaanduiding. Scherp en vaak fris van smaak.