Wat is de betekenis van zouten?

Het begrip zouten heeft 2 verschillende betekenissen: 1) met zout bestrooien. voedsel of een gerecht tijdens of na de bereiding met zout bestrooien, om het op smaak te brengen. 2) pekelen. vis, vlees, of andere voedingsmiddelen inleggen in zout of pekel om bederf tegen te gaan; pekelen. Vaak in de vorm van het voltooid deelwoord....

(2005) (jeugd) verkorting van opzouten*: oprotten, wegwezen. • (Lucie Sedlácková: Neologismen in het Nederlands: de hedendaagse turbotaal (Een klein onderzoek naar huidige woordvormingsprocédés. 2005)

zouten - Werkwoord 1. (ov) met zout conserveren ♢ Haring moet licht gezouten worden om een parasiet te doden. zouten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zout ♢ De zouten van natrium en kalium zijn meestal goed oplos...

zouten - regelmatig werkwoord uitspraak: zou-ten 1. er zout aan toevoegen ♢ ik moet de aardappels nog zouten 2. inmaken in zout ♢ in IJsland eet men vaak gezouten vis Regelmatig werkw...

Zout (NaCl), dat bestaat uit een metaal en een niet-metaal, kan uit de base NaOH en het zuur HCl (zie zuren) worden bereid. Andere verbindingen, die men op soortgelijke wijze kan maken, noemt men ook zouten, b.v. natriumsulfaat (Na,S04), dat men uit de base NaOH en het zuur H2S04 verkrijgt. Een zout zou dus een verbinding zijn die uit metaalatomen...

zijn scheikundige verbindingen van zuren en basen. De voor het leven noodzakelijke z. moeten het lichaam voortdurend toegevoerd worden. Het zoutbestand is van belang voor het in stand houden van het leven en wordt via de zelfstandig werkende regulaties steeds op hetzelfde niveau gehouden. Bloed en celvocht hebben een steeds gelijkblijvende zoutdruk...

is een van de oudste conserveringsmethoden, o.a. toegepast bij groenten, vlees en vis. Z. van kaas geschiedt tegenwoordig in Ned. vrijwel uitsluitend door de kaas na het persen in een pekelbad te leggen. Enkele kaassoorten worden gezouten door vóór het persen zout aan de wrongel toe te voegen (b.v. Friese nagelkaas). Bij de bereiding...

v., sâltsje.

(zoutte, heeft gezouten), 1. met zout bestrooien, toebereiden : het vlees, het eten zouten ; 2. in zout leggen, inmaken, pekelen: gezouten vis. Vgl. Gezouten.