Wat is de betekenis van zichtbaarheid?

zichtbaarheid - Zelfstandignaamwoord 1. het zichtbaar zijn ♢ De zichtbaarheid van de obstakels verminderde sterk toen er mist kwam opzetten. 2. het voor het grote publiek opvallend zijn ♢ Na alle publiciteit over WikiLeaks had deze webstek wereldwijd een veel groter...

(de) in België zelden voor: zichtbaar zijn, vaak voor: zicht, kunnen zien - de zichtbaarheid is beperkt tot x meter, het zicht is beperkt tot x meter. Bij een windhoos vorige week was de zichtbaarheid hier in de buurt bijna nihil door het opwaaiende zand. - HN, 21-08-2002.

Mogelijkheid om te zien: zicht. De zichtbaarheid is beperkt, FLORQUIN 1971, 25.

v., 1. eigenschap van gezien te kunnen worden ; 2.blijkbaarheid; 3. (...heden) wat zichtbaar is.

Adjectief: zichtbaar, zienlijk, waarneembaar, merkbaar, klaar, duidelijk, helder 604, aanschouwbaar, aanschouwelijk, overzichtelijk, overzienbaar, in ’t zicht, ostensibel, ostensief, markant, visibel, zover als de ogen dragen (Zn.), audiovisueel. Werkwoord: zichtbaar zijn, openliggen, uitkomen, in het oog springen (lopen, valle...

v., 1. eigenschap van gezien te kunnen worden; 2. blijkbaarheid; 3. (-heden), wat zichtbaar is.