zicht - zelfstandig naamwoord
1. de mogelijkheid om te zien
♢ door de mist hadden we weinig zicht
1. het komt in zicht
[je kunt het zien]
2. het op zicht hebben
[een tijdje lenen, zodat je het kunt uitproberen]
3. er zicht op hebben
[doorhebben hoe het in elkaar zit]
4. de bodem raakt in zicht
[het raakt op]
5. in het zicht van de haven stranden
[mislukken terwijl het doel bijna bereikt was]
Zelfstandig naamwoord: zicht
het zicht
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk