Wat is de betekenis van Weg?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

weg

Het begrip weg heeft 8 verschillende betekenissen: 1) grondstrook voor verkeer. strook grond van zekere, vaak aanzienlijke lengte die men gebruikt voor verkeer van personen en voertuigen en die men daartoe meestal effent en voorziet van een harde bovenlaag. 2) route. route die iemand of iets volgt of moet volgen om ergens te komen; t...

2024-04-19
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Weg

Verkeersweg op verharde ondergrond, behalve spoorwegen en start- en landingsbanen, toegankelijk voor het openbaar verkeer en hoofdzakelijk bestemd voor motorvoertuigen voor het wegverkeer. Bron: Eurostat manual.

2024-04-19
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Weg

De weg, de waarheid en het leven, omschrijving van God of van het ware (christelijke) geloof; (fig., ironisch) volmaakt persoon; de enig mogelijke opvatting of handelwijze. Jezus bereidde zijn discipelen voor op zijn naderende dood en zei hun dat hij heen zou gaan om ervoor te zorgen dat zij zich later bij hem zouden kunnen voegen. ‘Toen zei Tomas:...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

weg

weg - bijwoord, zelfstandig naamwoord 1. wat je niet meer kunt vinden ♢ ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg 1. dat is nooit weg! [dat komt later wel van pas] 2. er ver...

2024-04-19
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Weg

Weg - 'weg zijn': met de bal aan de voet wegsprinten in de richting van het doel. Men is dus weg voor zijn tegenstanders. 'De weg kruisen': plotseling tussen de tegenstander en de bal gaan lopen. Wordt beschouwd als obstructie.

2024-04-19
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

weg

In het bezit van de tegenpartij. In uitdrukkingen als ‘er zijn twee azen weg’ (wat op weg naar slem door azenvragen aan het licht kan komen).

2024-04-19
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

weg

We zijn ermee weg, hè? (We zijn weg/vertrokken.)

2024-04-19
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

weg

(de; -en) AL - smalle strook grond in een landschap, gebruikt en geschikt gemaakt voor het verkeer, de verbinding van de ene plaats tot de andere: (wedstrijd) op de weg; reuzen van de weg, wielrenners. → baan

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

weg

- zijn weg maken, zijn weg vinden, vooruitkomen in de wereld. - weg en weer, heen en weer. - ergens geen weg mee weten, ergens geen raad mee weten zie hand.