wegbrengen
1) (1908) (inf.) verdienen: 'Mijn man brengt heel wat weg.' • Gelukkig kon ze zelf weer wat wegbrengen. Fien wist niet dat ze bijna iedere maand een paar rijksdaalders op der boekie liet ... (Groot Nederland. Volume 2. 1908) • (Riemer Reinsma: Neologismen. 1999) 2) (19e eeuw) (euf.) naar het pandjeshuis brengen. • W...