Wat is de betekenis van vis-à-vis?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

vis-à-vis

Het begrip vis-à-vis heeft 5 verschillende betekenissen: 1) tegenover. tegenover; jegens; ten aanzien van. 2) tegenover elkaar. recht tegenover elkaar. 3) persoon tegenover een andere. persoon die recht tegenover een andere zit of staat. 4) gesprek. gesprek waarbij, of situatie waarin twee personen tegenover el...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vis-à-vis

vis-à-vis - Bijwoord 1. direct tegenover elkaar, met de gezichten naar elkaar toe Zij zaten een uur lang vis-à-vis, maar spraken geen woord met elkaar. vis-à-vis - Voorzetsel 1. direct tegenover Vol vertrouwen liep hij het zaaltje in en ging vi...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Vis-à-vis

[Fr.] recht tegenover, met gelaat naar elkaar gekeerd; wie aldus tegenover iem. zit.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Vis-à-vis

recht tegenover; persoon die recht tegenover zit; rijtuig met twee recht tegenover elkaar geplaatste zetels

2024-04-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vis-à-vis

[Fr. viezavie'], tegenover: hij zat vis-à-vis met zijn tegenstander; ook als zelfstandig naamwoord gebruikt: in de trein was een jong meisje mijn vis-à-vis. Verder een rijtuigje met twee zitbanken tegenover elkaar.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Vis-à-vis

1) tegenover 2) open rijtuig met twee zitplaatsen tegenover elkaar

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Vis-à-vis

I. tegenover; II. vis-à-vis de, tegenover; jegens, ten opzichte van; III. persoon, die tegenover iem. zit (staat); smal rijtuig met één zitplaats voor en achter; sofa.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vis-a-vis

(Fr.), I. bw., recht tegenover; II. zn. 1.(gemeensl.) die tegenover een ander is geplaatst; 2.(v.) rijtuig met twee zitbanken tegenover elkaar; 3.v. en o., (muz.) dubbel clavecimbel, t.w. met twee toetsenborden tegenover elkaar, in de 17de en 18de e. in gebruik.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Vis-a-vis

(Fr.), tegenover; ook (zelfst. nw.) tegenover iemand geplaatst persoon.