Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

vis-à-vis

betekenis & definitie

Het begrip vis-à-vis heeft 5 verschillende betekenissen:

1) tegenover.
tegenover; jegens; ten aanzien van.

2) tegenover elkaar.
recht tegenover elkaar.

3) persoon tegenover een andere.
persoon die recht tegenover een andere zit of staat.

4) gesprek.
gesprek waarbij, of situatie waarin twee personen tegenover elkaar staan of zitten.

5) rijtuig of carrosserie.
rijtuig of carrosserie met zitplaatsen tegenover elkaar.