trillen
...
Wiktionary (2019)
trillen - Werkwoord 1. (inerg) snel heen een weer bewegen ♢ De snaar trilde totdat de harpist deze met zijn hand afdempte. Synoniemen vibreren Verwante begrippen beven, bibberen, huiveren, kloppen, rillen
Muiswerk Educatief (2017)
trillen - regelmatig werkwoord uitspraak: tril-len 1. snel een klein beetje bewegen ♢ hij zat te trillen van de kou Regelmatig werkwoord: tril-len ik tril jij/u trilt ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., trilje; (van slapheid), trillebilje, lilje, lylje; de lucht trilt boven het land (van warmte), it is tilderich, tillich oer it fjild, it tilt oer it fjild, de waerkatten fleane.
Van Dale Uitgevers (1950)
(trilde, heeft getrild), 1. zich snel heen en weer of op en neer bewegen, zonder dat het geheel zich verplaatst (om een evenwichtstoestand), meestal zo dat een of beide uiteinden van het voorwerp vast zitten: toongevende snaren trillen; de ramen trilden door de ontploffing; 2. beven, sidderen: trillen van angst, van woede, van de k...
M. J. Koenen's (1937)
trilde, heeft getrild; snel heen en weer bewegen: een snaar doen trillen; met trillende stem: ze trillen van angst, koude, hevig beven, rillen.
Jozef Verschueren (1930)
('trillɘn) (trilde, heeft getrild) 1. snel heen en weer bewegen : snaren doen Syn. → lillen. 2. licht bewegen met korte golving ; het van een stemvork. Syn. → daveren. 3. hevig beven : van angst, van koude. Syn. → beven.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: