Wat is de betekenis van slof?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

slof

Het begrip slof heeft 8 verschillende betekenissen: 1) slappe pantoffel. slappe pantoffel zonder hak, die meestal in huis wordt gedragen om de voet warm te houden; slap stuk schoeisel zonder hak. 2) voetbalschoen. schoen die gebruikt wordt om mee te voetballen; schoen die gedragen wordt in het voetbalspel; schoen die gedragen wordt b...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

slof

1) (1997) (inf.) autoband. • Slof (m.) Synoniem voor autoband. “Er zat weinig profiel meer op de sloffen van die zespitter.” (NRC Handelsblad, 06/02/1997) • De smalle racebanden van toen zijn vervangen door dikke sloffen om het meer dan dubbele vermogen van tegenwoordig goed op het asfalt te brengen. (de Stentor/Zwolse Couran...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slof

slof - zelfstandig naamwoord 1. lichte schoen voor in huis ♢ als hij thuiskomt doet hij zijn sloffen aan 1. iets op zijn sloffen kunnen [heel gemakkelijk] 2. uit zijn slof schie...

2024-04-26
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Slof

Slof - voetbalschoen. 'Het leer op z'n slof nemen': de bal wegschieten.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slof

slowwe, verslete skoen; (vertrapte) pantoffel; slordige mens, geslof, met sleepvoete voortstrompel; nalatig wees; talm.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Slof

De aardbeien-s. of chip is een gevlochten spanen mandje, o.a. gebezigd bij het oogsten van aardbeien.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slof

1. s., slof, toffel. 2. adj. & adv., slof, sleau.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLOF

I. m., 1. de handeling van sloffen, trage voortgang: de slof is er in, men is er zeer nalatig mee; in de slof blijven, ongedaan blijven; — uit zijn slof schieten, iets flinker aanpakken, niet langer nalatig zijn; (ook) boos, driftig worden; (ook) meer zeggen dan gewoonlijk: een rake of leuke opmerking laten horen; (ook) m...