sloffen
(1951) (sold. en zeem.) geluk hebben. Een 'sloffer' is een geluksvogel. • Negentien Nederlandse soldaten, officieren, onderofficieren, korporaals en manschappen, maar allemaal soldaten in de ware zin des woords, gaan hier naar huis. Het zijn veelal „oude jongens", die veel, heel veel mee gemaakt hebben, maar er zijn er ook enkelen, die v...