Wat is de betekenis van Man?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Man

I. m. (-s, -nen), 1. mens, zonder onderscheid van geslacht: de gemene man, het volk; wij missen een vierde man, bij een of ander spel; — de derde man brengt de praat an; — op de man af, rechtstreeks, zonder omwegen: — als de nood aan de man is (komt), als het volstrekt nodig is; — de gaa...

2025-07-15
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

man

O, een gewicht (van ± 80 lbs).

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Man

Man - Eigennaam 1. (toponiem: eiland) een eiland in de Ierse Zee Woordherkomst via het Engelse woord Man van Manx Mannin, vermoedelijk van Protokeltisch *moniyos "berg" en daarnaast opgevat als verwijzing naar w:nl:Manannán mac Lir|Manannán, de naam van een Keltische zeegod

2025-07-15
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Man

Wees een man, wees flink, niet kinderachtig. Een bijbelse herkomst voor wees een man is niet zeker. Zij komt in elk geval voor in 1 Koningen 2:2 in de Statenvertaling (1637): ‘Ick gae henen in den wech der gantscher aerde: so zijt sterck, ende weest een man’; de NBG-vertaling heeft hier: ‘Ik sta op het punt de weg der gehele aarde te gaan, wees gij...

2025-07-15
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Man

Man - 'op de man spelen': de speler schoppen in plaats van de bal. 'Op het publiek spelen': de aandacht van het publiek op zich trekken. Engelsen noemen dit gallery play. 'Man in je nek': voortdurend mandekking krijgen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

man

man - zelfstandig naamwoord 1. persoon met wie een vrouw getrouwd is ♢Mijn man is niet thuis, zei mevrouw Ilmaz. 1. geen man meer hebben [weduwe zijn] 2. aan de man komen...