Wat is de betekenis van manco?

2025-11-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Manco

(It.), o. (-’s), (kooph.) tekort; het verschil tussen het gefactureerde afscheepgewicht en het uitgeleverde gewicht: voor manco's is het schip aansprakelijk.

2025-11-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

manco

manco - Zelfstandignaamwoord 1. een tekort of gebrek. Synoniemen gebrek, tekort

2025-11-16
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

manco

manco - Term om aan te geven dat de werkelijke voorraden van een bedrijf kleiner zijn dan de ijzeren voorraden zoals die uit de boeken blijken.

2025-11-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Manco

[It.; zie mankeren] tekort (ook in hoeveelheid), gebrek.

2025-11-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Manco

gebrek

2025-11-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Manco

o., (handelsterm), tekort, gebrek.

2025-11-16
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

manco

links; a manca, links; minder; niet eens; manco male, gelukkig; gebrek; fout.

2025-11-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Manco

(It.), tekort (in het bijzonder bij het vervoer van goederen).

2025-11-16
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Manco

éénarmig, éénhandig; gebrekkig.

2025-11-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

manco

o. gebrek, tekort bij koopwaren.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

manco

o.; It. tekort (bij koop).