Wat is de betekenis van Mager als brood?

2024-04-30
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Mager als brood

gewoonlijk broodmager, zeer mager, d.i. niet dik, niet vet, schraal van lichaam, evenals ongeboterd brood, met woordspeling tussen de twee bet. van mager; vgl. kiplekker naest zo lekker ats kip, met woordsp. tussen de twee bet. van lekker, en broodgoed naast zo goed als brood (Fr. bon comme le pain); Zuidndl. hij is houtmager naast zo mager als een...

2024-04-30
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Mager als brood

Ook wel broodmager d.i. ‘zeer mager (d.i. niet vet, schraal, evenals ongeboterd brood, met woordspeling tusschen de twee bett. van mager)’; zie [i]Ndl. Wdb.[/i] III, 1540; 1570; IX, 92 en vgl. kiplekker naast zoo lekker als kip, met woordsp. tusschen twee bett. van lekker (‘Kiplekker’); ook wel ...

2024-04-30
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Mager als brood

gewoonlijk broodmager, zeer mager, d.i. niet dik, niet vet, schraal van lichaam, evenals ongeboterd brood, met woordspeling tussen de twee bet. van mager; vgl. kiplekker naest zo lekker ats kip, met woordsp. tussen de twee bet. van lekker, en broodgoed naast zo goed als brood (Fr. bon comme le pain); Zuidndl. hij is houtmager naast zo mager als een...