gewoonlijk broodmager, zeer mager, d.i. niet dik, niet vet, schraal van lichaam, evenals ongeboterd brood, met woordspeling tussen de twee bet. van mager; vgl. kiplekker naest zo lekker ats kip, met woordsp. tussen de twee bet. van lekker, en broodgoed naast zo goed als brood (Fr. bon comme le pain); Zuidndl. hij is houtmager naast zo mager als een (brand)hout. Vgl. être sec comme un pendu (d’été); maigre comme un coucou, un chat de gouttière, un bas; comme un cent de clous, un balai; Hd. so mager wie ein ausgenommener Hering, ein Stockfisch, ein Dachschindel; Eng. as thin as a lath (vgl. Ndl. mager als een lat), a hurdle, a lark, as lean as a rake. — In Z.-Nederl. o.a. nog: zo mager dat hij in een fles haver kan pikken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk