Wat is de betekenis van Klaas?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Klaas

1) (1972) (inf.) mannelijk geslachtsdeel. Vgl. Frederik*; Gerrit* en andere mannennamen die gebruikt worden om het 'lid' mee aan te duiden. • Met beide handen over z’n schatten dwalend, bekende hij: O kinderen, wat deze klaas me reeds aan plezier in m’n leven bracht, dat kan niet beschreven worden... ik leef voor hem, godherewatje...

2024-04-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Klaas

Zie Nicolaas

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Klaas

Klaas - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klaas

klaas - zelfstandig naamwoord 1. populair: mannelijke persoon ♢ die vriend van Kathleen is een vrolijke klaas, hoor! 1. een houten klaas, een stijve klaas [moeilijk bewegend mens, niet gemakkelijk in de omgang]...

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Klaas

1. je moetje - niet vooruitschuiven, je moet de zaken niet uitstellen, zeker wanneer het om goede dingen gaat; je moetje talenten nu en niet later gebruiken. Net als onder 3 bet. Klaas hier ‘gift, talentf. Deze uitdr. bestond al vóór de onder 2 genoemde. O.a. vermeld door Hoefnagels 1987. 2. - komt, leuze van de provobeweging uit de jaren zestig: e...

2024-04-26
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Klaas

m -> Nicolaas (Ook Nederduits.).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klaas

m., 1. mansnaam, verkorting van Nikolaas; — Jan, Piet en Klaas, Jan en alleman, iedereen; — Klaas Vaak, het zandmannetje dat naar het kindergeloof hun zand in de ogen komt strooien om ze te doen slapen: daar komt Klaas Vaak aan, nu moet je naar bed; — (Zuidn.) St.-Nicolaas; ook: Sinterklaasgeschenk; 2. aandui...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Klaas

m. Klazen (Nicolaas, Niklaas): fig. een houten Klaas, een onbeholpen, stijf mens: een stijve Klaas, een hark; Klaas Vaak, de slaap; Jan Klaas; Jan, Piet en Klaas, iedereen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Klaas

(kla:s) (Klazen; -je, -ken) I. m. 1. Eig. mansnaam, → Niklaas. 2. klaas Metn. persoon : het is een olijke -. Gez. een houten -, stijf, droog mens; een lange -, lummel; een stijve -, stijve vent, hark; Vaak komt, de slaap. II. v. vrouwennaam, ook: Nicolette, Nicolientje.