Wat is de betekenis van Ja?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Ja

Ja - Eigennaam 1. (religie) weergave met de eerste 2 letters van JHWH, Gods naam in het Hebreeuws, zoals die 24 keer in de Bijbel gebruikt wordt (Ex. 15:2 +, Jes. 12:2 +, Ps. 68:5 +) 2. (religie) (joods) verkorte eigennaam van de God van Israël, in joodse vertalingen vaak weergegeven als <span style="font-varia...

2024-04-26
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Ja

Laat uw ja, ja zijn en uw nee, nee, houd u consequent aan uw verklaring. Ook in de vorm van een vaststelling. Deze uitspraak doet de apostel Jakobus in zijn vermaning om niet te zweren: ‘Maar bovenal, broeders en zusters, zweer geen enkele eed, niet bij de hemel, niet bij de aarde, nergens bij. Laat uw ja ja zijn, en uw nee nee, anders zult u ervoo...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ja

ja - bijwoord 1. om aan te geven dat het goed is ♢ wil je koffie? ja graag 1. ja knikken [hoofd op en neer bewegen als teken dat het goed is] 2. wel ja, gooi alles maar op de gr...

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Ja

ja; immers, toch; vooral; ich glaube ja, ik geloof van wel; das ist ja wahr, dat is waar ook; das ist ja unverschämt!, maar dat is onbeschaamd; ja sagen zur Gegenwart, het heden aanvaarden; Sie wissen ja, U weet immers, toch; bedenken Sie ja, bedenk vooral.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ja

I. bw. uitdrukking, 1. van bevestiging, toestemming of inwilliging : is er nog kaas ?Ja ; ben je er geweest? Ja ; mag ik mee? Ja, hoor; — voorh. en nog thans gew. en in plechtige stijl gevolgd door een vn. als onderw.: ja ik, van ganser harte, antwoord van een predikant op de vraag van zijn bevestiger ; — ...

2024-04-26
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Ja

Woord dat een dame noch een diplomaat lichtvaardig uitspreekt.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ja

1 bw., tw. (bijw. en uitroep van bevestiging of verzekering of van nadruk: 1 ter aanduiding v. e. bevestigend antwoord, het tegenovergestelde van neen; 2 betuiging van instemming met; 3 als toestemmende, toegevende uitdrukking; 4 ter aanduiding v. iets, dat bevestigd wordt, nadat de spreker het eerst ontkend of verworpen heeft; gebezigd bij het zic...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ja

I. bw. en tw. 1. als bevestiging : is hij daar geweest? ja; (van) zeggen of antwoorden; (van) knikken; of neen zeggen; zeker; ik vermoed -; of hij dan neen komen zal. Gez. en zo -, en indien wel; geen - en geen neen zeggen, zomin (beslist) toestemmen als (beslist) weigeren; - en amen (op iets) zeggen, zonder tegenspraak toestemmen ; - en neen, al...