Synoniem van ja

ja - [tw] bevestiging van een vraag, een veronderstelling of een eerder geuite bewering. Voor een nadrukkelijk 'ja' zijn de synoniemen: en of, zeker, zeer zeker, reken maar (van yes) (informeel), zeker weten (informeel), wis en waarachtig, wis en drie, wis en zeker (alle drie zeer informeel), zekers (plat), inderdaad en stellig (beide formeel), en voorzeker, gewis, zekerlijk en welzeker (alle archaïstisch). Met betrekking tot iets dat vanzelf spreekt, gebruik je natuurlijk of het formele uiteraard. Voorwaar is plechtig en vormt een inleiding op een nadrukkelijke bewering van de spreker zelf. Niet als antwoord op een vraag, maar wel als teken van bijval voor iets dat een ander zojuist naar voren heeft gebracht dienen krek (plat), wat je zegt, alsjeblieft (beide informeel), zo is het maar net, zeg dat wel, en om u te dienen (ouderwets, gezegd door ondergeschikten. Met genoegen, met alle soorten van genoegen en met plezier zijn antwoord op een verzoek. Op een aanbod kan men beleefd antwoorden met graag, alsjeblieft, gaarne (zeer formeel) of volgaarne (archaïstisch).

ja - bijwoord

1. om aan te geven dat het goed is
♢ wil je koffie? ja graag
1. ja knikken
[hoofd op en neer bewegen als teken dat het goed is]
2. wel ja, gooi alles maar op de grond
[ik vind het helemaal niet goed dat je dat doet]
3. ja ja, dat weet ik nu wel
[als het je ergert]
4. op alles ja en amen zeggen
[alles goedvinden]
5. het jawoord
[toestemming op vraag of je wil trouwen]
6. o ja, ik moet je nog iets vertellen?
[dat was ik bijna vergeten]
2. uitroep van enthousiaste instemming
♢ wil je mee? ja natuurlijk!

Bijwoord: ja

Synoniemen
jottem, yes
Tegenstellingen
nee, neen