Wat is de betekenis van haai?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

haai

Het begrip haai heeft 4 verschillende betekenissen: 1) zeevis met kraakbeenskelet. zeevis zonder schubben en met een kraakbeenskelet uit de superorde van haaien; zeevis met een langgerekt lichaam die vaak scherpe tanden heeft en herkenbaar is aan zijn gevaarlijke uiterlijk en puntige rugvin. Kan in vele verschillende soorten, zoals witte...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

haai

1) (1904) (Barg.) gewiekst. Bij Köster Henke (1906): sterk, groot, bij de hand, geducht. • ... schelden Hans voor haaie haardief... (Jacob Israël De Haan: Pijpelijntjes. 1904) • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Al had hij er menigeen zèlf van verschut en naar 't schuurtje gebracht, ja, tot oms...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haai

haai - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) kraakbenige roofvis 2. (scheldwoord) hebzuchtig, inhalig persoon (met een grote bek) haai - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haaien ♢ Ik haai 2. gebiedende wijs van haaien haai!...

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

haai

sterk, groot, bij de hand, geducht In deze betekenissen in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Als min of meer vaste verbindingen noemt Köster Henke haaie drukker(d) (‘zware straf’), haaie goozer (‘sterke kerel’) en haaie lel (‘grote borrel’). Als voorbeeldzin geef...

2024-04-26
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Haai

Haai - schuldeiser (de haai is vraatzuchtig en een schuldeiser niet minder); meisje dat niet op haar mondje gevallen is. Voor de haaien zijn: overboord gevallen.

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

haai

Gehaaide speler, ervaren in het spelen om geld. Zie ook: palooka killer; toernooirat; toernooivos

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

haai

haai - zelfstandig naamwoord 1. grote roofvis die in de zee leeft ♢ in deze baai zwemmen haaien! 1. naar de haaien [voorgoed verloren zijn, weg zijn] Zelfstandig naamwoord: haai ...

2024-04-26
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

haai

Zoutwatervis en behoort tot de z.g. ‘kraakbeenvissen’. Enkele soorten hebben een culinaire betekenis, namelijk de ‘haringhaai’ en de ‘doornhaai’. Het vlees van beide soorten staan bekend om hun fijne smaak. Gerechten van deze twee soorten zijn vooral in Duitsland geliefd. De vinnen van sommige soorten worden gedroogd en als grondstof gebruikt voor...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

haai

(zn) heide TM.