Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

haai

betekenis & definitie

Het begrip haai heeft 4 verschillende betekenissen:

1) zeevis met kraakbeenskelet.
zeevis zonder schubben en met een kraakbeenskelet uit de superorde van haaien; zeevis met een langgerekt lichaam die vaak scherpe tanden heeft en herkenbaar is aan zijn gevaarlijke uiterlijk en puntige rugvin.
Kan in vele verschillende soorten, zoals witte haai, hamerhaai, haringhaai, hondshaai, tijgerhaai, etc., ingedeeld worden.

2) hebzuchtig iemand.
iemand die zeer hebzuchtig en alleen op geld belust is; geldwolf.

3) gehaaid iemand.
fel, ambitieus persoon die overal direct bovenop zit en slim en sluw en soms zelfs doortrapt is, zoals bijvoorbeeld een politicus die fel de aanval op tegenstanders inzet en op slinkse wijze mensen voor zijn karretje spant; ook: gewiekste vrouw met een grote mond; haaibaai.

4) hai; hi.
openingsgroet; hi; hai.