Wat is de betekenis van Goede trouw?

2024-04-24
Praktisch Goederenrecht

Mr. dr. C. Phillips (2009)

goede trouw

Het niet hebben geweten.

2024-04-24
Basisboek Recht

O.A.P. van der Roest (2000)

Goede trouw

Het niet weten of in de gegeven omstandigheden behoren te weten.

2024-04-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Goede trouw

Het is niet voldoende dat men een gesloten overeenkomst naar de letter naleeft. Men moet ook te goeder trouw handelen, d.w.z. volgens de billijkheid. Men kan van degene met wie men een overeenkomst heeft gesloten, niet vorderen dat hij deze op voor hem bezwarende wijze, dus in strijd met de billijkheid, nakomt.

2024-04-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Goede trouw

in de wettelijke zin, kan omschreven worden als: de wil, de bedoeling, te handelen in overeenstemming met zijn rechten en verplichtingen, zonder dus aan anderen te kort te doen. G.t. is in de eerste plaats van belang bij het bezit. Maar vooral is van betekenis de wettelijke regel, dat overeenkomsten te goeder trouw ten uitvoer moeten worden gebrach...

2024-04-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Goede trouw

criterium van redelijkheid en billijkheid. In het verbintenissenrecht meer geobjectiveerd (B.W. 1374, overeenkomsten moeten te goeder trouw worden uitgevoerd) dan in het zakenrecht waar B.W. 586 vv. de G. op één lijn stelt met de verschoonbare dwaling. In Big. van toepassing in B.W. art. 549 (bezitter te G.), art. 2265 (verjaring van...

2024-04-24
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GOEDE TROUW

Het beginsel van de bescherming van de goede trouw (bona fides) speelt in het recht een hoogst belangrijke rol. Opdat iemand geacht worde te goeder trouw te zijn, is nodig, dat hij in de mening verkeert, dat zijn gedrag rechtmatig is. Maar voldoende is dit naar de tegenwoordige in Nederland geldende opvatting niet: zij legt bij de bea...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

goede trouw

v. (schuldeloze, maar valse mening over de geoorloofdheid ener daad): te goeder trouw, zonder kwade bijbedoelingen; zie fides, bonafide.

2024-04-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Goede trouw

Goede trouw - (Lat. bona fides). Vooral bij het bezit is de vraag, of dit te goeder of te kwader trouw is (art. 586 B.W.), van beteekenis, daar in het eene en het andere geval de rechtsgevolgen van het bezit verschillend zijn (artt. 604, 605, 623, 630—636, 1398—1400 B.W.). Het voornaamste verschil is wel, dat slechts de bezitter te goeder trouw doo...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

goede trouw

juridische term; het vertrouwen dat de medemens mag hebben in de trouw van de ander aan een gegeven woord of aan een opgewekte schijn. Hierbij gaat het niet alleen om hetgeen de medemens heeft aangenomen, maar ook om hetgeen hij gezien de omstandigheden mocht aannemen. In principe wordt de goede trouw aangenomen en moet kwade trouw bewezen worden....