echt
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Marc De Coster (2020-2024)
(1907, vero.) (jeugd) leuk, puik, tof. In Scheveningen ook: gezellig. • 'Nou maar,' sprak hij, 'ik vind het wel 'echt', hoor. (Chr. van Abkoude: Bob-zonder-zorg. 1907) • Onder de Amsterdamsche straatjeugd zijn een aantal Bargoensche termen in omloop, veelal van Joodschen oorsprong, b.v. emmes (immes): wat goed is in zijn soort, fijn; he...
Wiktionary (2019)
echt - Zelfstandignaamwoord 1. de huwelijkse staat ♢ In de echt verbonden. echt - Bijvoeglijk naamwoord 1. waarachtig, juist, niet vervalst, authentiek ♢ Dit zijn echte parels. echt - Bijwoord 1. heus (om de stellig...
Muiswerk Educatief (2017)
echt - bijvoeglijk naamwoord 1. geen namaak ♢ deze armband is echt goud 1. in het echt [in de werkelijkheid] 2. precies als in de werkelijkheid ...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Van een bod: natuurlijk. 2. Van een bijgespeelde kaart of signaal: oprecht. Zie ook: conventioneel; false-card; psych
C. Kolman (2003)
Kleine stad, ontstaan op een Maasterras nabij de plaats waar de Molenbeek in de Oude Maas uitkomt. In 928 wordt voor het eerst een kerk vermeld. In 1253 was Echt een Gelders leen. Midden 14de eeuw kreeg Echt stadsrechten. De stad werd in 1397 door de Luikse troepen verwoest. De verdedigingswerken heeft men al begin 16de eeuw geslecht. In de eerst...
Marc de Coster (1998)
1. - wel,in de jongerentaai een veel gebruikte stoplap om aan te geven dat men met iets zijn instemming betuigt. Echtin de zin van ‘fijn, leuk’ komt al voor in de Rotterdamse jeugdtaal van het begin van deze eeuw. Oudenaarden 1986 citeert bijv. Chr. van Abkoude, auteur van de Pietje Bell-reeks en ‘Bob-zonder-zorg’. Daarin komen ook verschillende sy...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: