Wat is de betekenis van Draad?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

draad

1) 1925) (zeem.) marconist. Uit de tijd toen de antenne van de seinapparatuur nog bestond uit een draad die met tuigage verbonden was. Vgl. Eng. slang: 'sparks'. • Eh.... wat zei-je? Draad? Nee, nog niet gezien. Marconisten hebben altijd 'n jaar werk an der toilet. (Pieter Verhoog: Onder de tropenzon: een zeeverhaal. 1925) • Het was den...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

draad

draad - Zelfstandignaamwoord 1. (textielindustrie) in elkaar gesponnen vezels De draad van de ophanging was gebroken en daardoor lag het schilderij op de grond. 2. (taalkunde) de vanzelfsprekende opeenvolging van tekstonderdelen die voor de begrijpelijkheid van een tekst noodzakelijk is ...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

draad

draad - zelfstandig naamwoord 1. lijn van wol of ander materiaal ♢ er zit een draad van je trui los 1. hij gaat altijd tegen de draad in [is eigenwijs] 2. de rode draad van een...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Draad

Draad - (mar.) marconist. Van draadloze telegrafie. Vgl. Eng. sparks, brass pounder. Kunnen wij contact met de wal opnemen, Draad? - Jan de Hartog, De kapitein (1967) ​