boven Jan zijn
(18e eeuw) (inf.) de moeilijkheden overwonnen hebben; genoeg verdiend hebben. In het kaartspel: minstens vijftig punten behaald hebben bij het klaverjassen of 'jassen'. Volgens het WNT ontleend aan de Franse term (Jean) die oorspr. gebruikt werd bij het triktrakspel. • Vier koningen en honderd van aazen; dat is twee honderd en zeventig; o ik b...