Wat is de betekenis van Jan?

2024-03-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

jan

januari. januari. Voorbeelden: De Bond van Plattelandsvrouwen Wapserveen hield de jaarvergadering op 13 jan. in café Bruins. Meppeler Courant, 1994 Er schijnen van de sneeuwklok een slordige 600 variëteiten te bestaan - in een artikel in Garden (jan. 1995) beweert Michael Baron, de opzichter van de Britse national...

2024-03-19
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Jan

Jan is een van oorsprong Schotse mannelijke voornaam die "God is barmhartig" betekent. Het wordt echter ook als meisjesnaam gebruikt. De naam is afgeleid van het Engelse John, dat op zijn beurt weer een afgeleide naam is van Johannes. In Nederland was Jan tot ver in de jaren 50 van de twintigste eeuw een populaire voornaam. Jaarlijks werd...

2024-03-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Jan

1) (19e eeuw, vero.) ober, kelner. • Jan werd in de volkstaal van ouds en oorspronkelijk gebezigd om een persoonlijkheid, welke dan ook, uit te drukken, en in de plaats te staan voor elken naam, dien men niet kende of niet verkoos te noemen: van daar noemde men en noemt men nog bij ons elken knecht in herberg of koffiehuis Jan. De Oost-Indisch...

2024-03-19
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

jan

Zie Johannes Wegens de grote frequentie van de naam Jan kwam het voor dat als gevolg van de strikte vernoemingsgewoonten (naar grootouders enzovoort) de naam in een gezin meer dan één keer voorkwam. Soms maakte men dan onderscheid door te spreken over Groot Jan en Klein Jan (in bijvoorbeeld Ruinen maakt men in een familie of een buurt dit ondersche...

2024-03-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Jan

Jan - Eigennaam 1. (mannelijke naam) een jongensnaam Jan ging meestal met de motor naar zijn werk. 2. (spellingsalfabet) spelwoord van het Nederlandse spellingalfabet voor de letter j Woordherkomst Verkorting van Johannus. Synoniemen [2] Johannes, Johannus, Juliett Zie...

2024-03-19
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Jan

Is in de betekenis 'sterke drank' is het woord jenever in 1608 voor het eerst in het Nederlands gevonden. Via het Franse genièvre gaat het terug op het Latijnse juniperus 'jeneverbes struik'. De voornaam Jan bestond toen al eeuwen. Op een gegeven moment kwamen jenever en Jan samen. Zoals er mannen zijn die hun geslachtsdeel een naam geven ('...en d...

2024-03-19
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Jan

Jan - een zeer oude benaming voor een (Nederlandse) soldaat. Wordt trouwens nog steeds gebruikt, bijv. bij de Nederlandse troepen in Libanon (G.L. van Lennep in NRC 16.6.1979). Men kende verschillende Jannen. Jan Kordaat was de personificatie van de Nederlandse soldaat. De Belgen noemden hem minachtend Jan Kaas. Jan Compagnie was de personificatie...

2024-03-19
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Jan

Volksnaam voor de Kauw in Sittard [WLD] en delen van Brabant [WBD]. Waarschijnlijk is dit een toevallige variant van Hanne ←. In Herentals (A) is de naam Jannekhan voor de Kauw opgetekend.

2024-03-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Jan

- de (grote) Jan uithangen, de grote meneer spelen, veel drukte maken - Jan en (klein) Pier(ke), iedereen, Jan, Piet en Klaas - van zijn Jan maken, misbaar maken, veel noten op zijn zang hebben zie pas

2024-03-19
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Jan

In plaats van God gebruikt men een andere persoonsnaam om de kracht van een blasfemie af te zwakken. In ons materiaal ontmoeten wij: Jandekke, Jandemme, Jandome, Jandomme, Jandooie, Janstramme, Janverdikke, Janverdomme, Janverstramme. Voorts in Sakkerjan, Sakkerjen, jandorie, jandubbeltje, potjandorie, potjandosie. Curieus is daarnaas...

2024-03-19
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Jan

naam van vele bisschoppen, electen, graven, hertogen en prins-bisschoppen.

2024-03-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

jan

In enkele verb. die in de standaardt. niet voorkomen: van zijn(en) jan maken, veel drukte maken, veel noten op zijn zang hebben; - de (grote) jan uithangen, pochen, de meneer spelen, veel drukte maken enz.; - een jan(-)mijn(-)voeten, - mijn(-)kloten, (onconvent.) vervelende kerel, aansteller, druktemaker; - Jan en Pier(ke),...

2024-03-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

jan

jan - ook wel: Jan zonder handjes en Jan Klaasen. (Aant. BOEKENOOGEN). mannelijk lid. Zie ook eigennamen als Frederik, Gerrit, Bello. Jantje Soet, souteneur.

2024-03-19
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Jan

m -> Johannes (Ook Fri., Nederduits, Eng. Po. en Tsjech.). Wegens de grote frequentie van de naam Jan kwam het voor dat a.g.v. de strikte vernoemingsgewoonten (naar grootouders enz.) de naam in een gezin meer dan een keer voorkwam. Soms maakt men dan onderscheid door te spreken over Groot Jan en Klein Jan (in bijv. Ruinen maakt men in een famili...

2024-03-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

Jan

Jan en alleman, elkeen; Jan, Piet en Klaas, almal.

2024-03-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jan

Januari.

2024-03-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Jan

m. Jannen, Jantje (1 eig. Joannes, eigennaam van een man of jongen; 2 matroos v. e. oorlogsschip inz. der Kon.Ned. marine; 3 koffiehuisbediende; 4 persoon of zaak, opvallend door bijzondere eigenschappen): 1 Jan en alle man, iedereen, alle mensen; beter blode Jan dan dode Jan, beter wat voorzichtig zijn dan gevaar, schade te lijden; Jan, Jannetje e...

2024-03-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Jan

hertogen v. Brabant: 1) J. I (1261/ 1294), voegde Limburg bij Brabant; 2) J. III (1312/'55), vergrootte zijn gebied nog verder. Graven v. Holland: 3) J. I (1296/’99), zwak vorst, met wiens dood het Holl. huis uitstierf.

2024-03-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Jan

Verkorte naam van ➝ Joannes. Zie ook ➝ Johan(nes), Jean en Juan.

2024-03-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Jan

m. (-nen; -tje) 1. veel voorkomende jongens- en mansnaam, → Joannes : Hertog I van Brabant. Gez. beter blo(de) dan do(de) -, beter wat voorzichtig te zijn dan schade te lijden : een -tje huilt en -tje lacht, gezegd van een kind dat spoedig huilt maar ook weer gauw lacht; - en alleman, iedereen, alle mensen; -, Jannetje en hun jongste kind, h...