Wat is de betekenis van Afdoen — afleggen — afwerpen — afzetten — uitdoen — uitschieten — uittrekken?

2024-04-27
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Afdoen — afleggen — afwerpen — afzetten — uitdoen — uitschieten — uittrekken

Het zich ontdoen van kleedingstukken of sieraden. Afleggen verschilt hierin van afdoen. dat het onderstelt dat het afdoen met zorg geschiedt en dat het afgedane behoorlijk wordt weggelegd. Bij uitbreiding, oneigenlijk: voor goed afleggen, om het niet weer aan te doen, van kleedingstukken, hoedanigheden, gezindheden, enz. Zijne kroon afleggen; wrok,...