Wat is de betekenis van Afleggen?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afleggen

1. (1860) (Amsterdams en Barg.) in de gaten houden; van een afstand bekijken; bespionneren; in kaart brengen; verkennen. • Ik wou den „val" (het huis) „intippelen" (binnengaan), om naar het „pytje" (jas) van de goosse te knijnsen. Ik werd niet „afgelegen" (nagegaan), ik sloeg de „platvin" (portefeuille) weg en tip...

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afleggen

afleggen - Werkwoord 1. (ov) het voorbereiden van de overledene(n) op de begrafenis De kinderen hielpen mee met het afleggen van hun dode vader. 2. (ov) afstand overbruggen Ik moest tien kilometer afleggen om thuis te komen. 3. (inerg) ~ teg...

2024-04-18
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

afleggen

beloeren, ongemerkt nagaan, bespieden, verkennen Omstreeks 1860 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, opgesteld door M. Verwoert, indertijd directeur van een gevangenis te Utrecht. In 1906 geeft Köster Henke in De Boeventaal onder meer als voorbeeldzinnen: ‘De russen hebben hem afgelegen’ (‘de rechercheurs hebben hem beloer...

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afleggen

afleggen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-leg-gen 1. het doen ♢ wanneer moet je dat examen afleggen? 1. verantwoording afleggen [vertellen waarom je iets op een bepaalde manier gedaan hebt]...

2024-04-18
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Afleggen

Afleggen - het afleggen: zijn studies niet voltooien.

2024-04-18
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

afleggen

1. bespioneren, observeren: Die jongen is twee koppen groter dan ik ben, ik ga hem niet lopen afleggen in huis ... Ik zei al, zijn schoenen stonden er, dus ik denk datie thuis was, V. BEIJNUM, 75;2. (marktterm) bedriegen, afzetten: ENDT.

2024-04-18
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

afleggen

opleggen (telefoon)

2024-04-18
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Afleggen

Vanouds het van het bed nemen, wassen, kleden en daarna op bed of op stro neerleggen van een dode. Tegenwoordig is het de complete verzorging van een overledene, zoals het wassen, scheren, kleden en de cosmetische verzorging.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Afleggen

een oorspr. Bargoense uitdr. voor ‘bespioneren; beloeren van een afstand; ongemerkt iemands handel en wandel nagaan’. Men kan niet alleen een persoon, maar ook een zaak afleggen ‘bespieden, verkennen’. De uitdr. dateert van ca. 1860 en werd ook opgenomen door Koster Henke. Iemand die iets of iemand bespiedt noemt men een aflegger. ... maar ik mot h...