afwerpen
afwerpen - Werkwoord 1. (ov) iets van zich afschudden ♢ Zij slaagden erin het juk van de bezetter af te werpen. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en werpen(werkwoord)
Wiktionary (2019)
afwerpen - Werkwoord 1. (ov) iets van zich afschudden ♢ Zij slaagden erin het juk van de bezetter af te werpen. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en werpen(werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
afwerpen - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-wer-pen 1. haastig en zonder zorg afdoen ♢ hij wierp zijn mantel af 2. vervelende gedachten uit je hoofd zetten ♢ ik kon dat schrikbeeld niet van...
Jan Luitzen (2008)
(ov ww; wierp af; h. afgeworpen) wo - (de speer, discus) van zich afgooien, wegwerpen. • De coach zegt wel eens: ‘Je afwerpen is niet fel genoeg.’Of, bij het discuswerpen: ‘Let op je afworp, je arm is te laag.' (KRUKP)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: