De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Louis XIV

betekenis & definitie

(koning van Frankrijk 1661-1715), benaming voor een voornamelijk op de decoratieve kunst betrekking hebbende stijl, geldend voor Frankrijk en aangrenzende landen. De kunst van deze periode die de bloeitijd van de barok omvat, staat sterk onder invloed van de absolute macht van de koning: zijn minister van Financiën.

Colbert, beheerste de gehele organisatie van de kunst: de schilder Charles le Brun verkreeg de artistieke leiding over de Manufacture Royale des Meubles de la Couronne, waarbinnen een leger van schilders, tapijtwevers, schrijnwerkers, metaalbewerkers en edelsmeden verenigd was, en al deze ambachtslieden ontvingen hier ook hun opleiding. In het kader van deze organisatie werkten o.a. Jean Bérain. Charles-André Boulle en Domenico Cuccu. Beeldhouwers en schilders waren vaak direct of' indirect betrokken bij de grote opdrachten van de koning. Als bouwornamenten voor exterieur en interieur vindt men zon. trofeeën. bloemguirlandes, eike-. acanthus- en laurierbladeren, twee gekruiste letters L en het architectonisch repertoire uit de klassieke oudheid : eierlijsten. tandfriezen, metopen, trigliefen.

De meubels zijn zwaar, met het zwaartepunt laag bij de grond; streng symmetrisch, met lage stoelzittingen en zeer hoge rugleuningen. gobelinbekleding op rug-, armleuning en zitting, voorzien van lange franjes; tafelbladen van gekleurde, ingelegde steen (pietra dura) of houtinlegwerk: nieuw zijn de canapé en het schrijfbureau; tegen eind 17de eeuw verschijnen ook losse kussens op stoelzittingen (bergère). De inlegtechniek van Boulle met schildpad en metaal maakt de armoire, het kabinet en de schrijftafel (bureau Mazarin) tol ware pronkstukken. Omstreeks 1700 verschijnt ook de commode als typisch Boulle-meubel en het bureau plat. Het vaak vergulde beeldhouwwerk concentreert zich voornamelijk rond de poten van zitmeubelen, tafels en kabinetten, doorgaans vergaard in X-vormige kruisregels. De in deze periode verschijnende console-tafel is tussen de door beeldhouwwerk opvallende pronkmeubelen wel de uitbundigste vorm. Voor de wandversiering gebruikt men veel tapijten met o.a. voorstellingen van veldslagen van Lodewijk XIV, naar ontwerpen van Van der Meiden en Le Brun en later ook met entrelacs, gecombineerd met chinoiserieën van Jean Bérain. Op de schoorsteenmantels van de aan het eind van de periode steeds lager wordende open haarden verschijnt de pendule de cheminée; op grote schaal worden in Frankrijk zelf geslepen spiegels gebruikt.