noemt men in de bosb. het gedeelte van de stamvoet en het wortelhout, dat bij het vellen van een boom in de grond achterblijft. Bij een goede houtexploitatie streeft men er naar het timmerhoutrendernent zo hoog mogelijk op te voeren door de stammen zo laag mogelijk af te zagen (geringe stronkhoogte).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk