(vuig. Mal.) is de sirih-plant (Piper belle L.), waarvan de jonge bladeren vers gebruikt worden bij het sirih-(betel-) kauwen of pruimen.
In de Molukken gebruikt men i.pl.v. het blad stukjes van de onrijpe vruchtaren van de var. siriboa, sirih-boewah. Het sirih-kauwen of pruimen is een oeroud genotmiddel van trop.Az.. de hoofdbestanddelen van de sirih-pruim zijn: sirih-blad, gebrande kalk en pinang-noot, waarbij meestal gambir of catechu, tabak: soms ook kardemon, kruidnagel of baroskamfer. Ca 10% der aardbevolking kauwt s.; het gebruik neemt af, daar de jongere generatie onder Westerse invloed sigaretten rookt.