noemt men de dunne stengels van verschillende klimmende palmsoorten, voorn. behorende tot de gesl. Calamus, Daemonorops, Korthalsia en Plectocomia van de fam.
Palmae, waarvan de eerste 2 gesl. verreweg de belangrijkste zijn. De massieve stengels, die m.o.m. volledig omsloten zijn door de gestekelde, lang blijvende bladscheden worden aan de voet doorgesneden, van de bomen naar beneden getrokken, van de bladscheden ontdaan en daarna op maat gesneden dan wcl opgerold en vervolgens gedroogd (eventueel boven vuur). Men onderscheidt in de handel 3 groepen van rotansoorten: 1. Glans-r. met een glanzende, gemakkelijk te verwijderen (roenti) glazuurlaag en een rolronde, dunne, zeer veerkrachtige, buigzame, sterke, fraai gele stengel en vrij ver uit elkaar liggende, weinig inspringende knopen. Door splijting verkrijgt men uit de bast het vlechtriet en uit de kern het doffe pitriet, welke beide in de meubelindustrie veelvuldig toepassing vinden. Tot deze groep behoort o.a. de op Borneo veel gekweekte r. taman (Calamus caesius Br..).
2. Het mandennet of r. ajer, waarvan de stengels geen of een slechts weinig ontwikkelde glazuurlaag hebben en die voorn. voor bindwerk en voor het vervaardigen van manden worden gebezigd. Hiertoe behoren Calamus-, Daemonorops- en Korthalsia-soorten.
3. Rotanstokken, de vrij dikke (2-2 ½ cm), niet geheel rolronde, niet
buigzame stamstukken met zeer korte tot 35 cm lange geledingen, al of niet voorzien van een wortelknoest, die vooral gebruikt worden voor wandelstokken en zwepen en het geraamte van rotanmeubels. Hieronder vallen verschillende Calamus-soorten. R. is een der belangrijkste bosbijproducten van Indon. (vooral Borneo en Celebes); in 1939 werd rond 33.000 t geëxporteerd met een uitvoerwaarde van rond 2 mill. gulden. Het meeste gaat naar Duitsl. en Hongkong.
Bekende rotansoorten: R.boeloe is de naam in Z. Borneo voor Daemonorops crinilus BL., een soepele, splijtbare rotan. R.manau, Mal. naam voor Calamus manan MIQ., is een r. met zeer zware stengels, die op Sumatra wel wordt gebezigd voor het vervaardigen van hangbruggen. R.raja is de Mal. naam voor Calamus scipionum LOUR., een rotansoort, die wordt gebruikt voor wandelstokken. R. sega perak is de Mal., r. sago de Minangkabause (Sumatra) en r. taman de Bandjarese (Z. Borneo) naam voor Calamus caesius BL., die de beste glansrotan levert.