Een groot gesl. van klimmende palmen, fam. Palmae, verbreid over Z.O.
Az. en de Indon. Archipel. Verscheidene soorten geven een even goede rotan als die der Calamus-soorten.D. crinitus BL., rotan boeloe (Z. Borneo), groeit aan drassige rivieroevers in het W. deel van de Indon. archipel en levert een ca ½ cm dikke, soepele, taaie en gemakkelijk splijtbare rotan, die gezocht is voor het vlechten van draagmanden. Ook wordt deze soort algemeen gebezigd voor het binden van houtvlotten. Haar duurzaamheid zou in water zeer groot zijn.
D.draco Bl., is met enige andere D.-soorten in Sumatra de leverancier van het drakenbloed, djernang (Mal.), die van de schubben van nog niet geheel rijpe vruchten wordt gewonnen. De hars wordt door voorzichtig stampen van de vruchtschubben verwijderd en vervolgens in heet water tot stangen gekneed. Deze hars wordt in Eur. wel gebruikt voor het kleuren van vernissen, waarvoor het echter niet voldoende lichtecht is gebleken. In Indon. wordt het gebruikt voor het kleuren van rotan, bamboe en pandanmatten. Verder vindt het in de Indon. medicijnhandel toepassing en ook wel als surrogaat voor benzoë in wierookmengsels.
