Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Resistentie

betekenis & definitie

of weerstandsvermogen tegen ongunstige omstandigheden (b.v. koude, droogte), tegen bepaalde (chem.) stoffen en tegen ziekteverwekkers kunnen we opmerken bij alle organismen.

Ze is zowel bij onze landbouwhuisdieren als bij onze cultuurgewassen van het grootste belang, maar vrijwel nooit absoluut. Het is dus een relatief begrip: het ene tarweras is meer kouderesistent dan het andere, de ene plantensoort is meer r. tegen een hoog zoutgehalte in de bodem dan de andere, enz.

De ziekteresistentie van een plant kunnen we definiëren als de som van soort- of raseigenschappen, die deze plant m.o.m. ongeschikt maken als voedsterplant voor een bepaalde parasiet of virus. Is de r. volkomen, dan is de plant onvatbaar. Men maakt onderscheid tussen passieve en actieve r. Bij passieve r. bezit de plant reeds vóór de infectie eigenschappen, die het binnendringen of het uitbreiden van de parasiet bemoeilijken (dikke celwanden of chem. stoffen in de cel met fungicide werking). Schijnresistentie is een vorm van passieve r., waarbij de vatbare plant aan de besmetting ontsnapt (vroegrijpe zomertarwe ontsnapt aan de infectie door zwarte roest). Bij actieve r. reageert de plant op een specifieke wijze actief op de infectie. Is deze reactie zo hevig, dat de plant plaatselijk afsterft, waarbij de parasiet te gronde gaat, dan spreekt men van overgevoeligheid.

Evenzo kunnen de parasieten r. vertonen tegen bestrijdings- of geneesmiddelen. Zo kunnen b.v. inscetenpopulaties ongevoelig worden voor middelen waarmee zij tevoren geregeld en met succes bestreden werden en worden bacteriën ongevoelig voor een of ander antibioticum. Deze r. treedt aan de dag bij regelmatige bestrijding met eenzelfde of met een verwant middel. Deze r. kan van nature aanwezig zijn, maar ook ontstaan door gewenning of door wegselecteren van de meest gevoelige exemplaren, zodat alleen de meest resistente overblijven. Ten slotte kan een grote ziekteresistentie soms ook kunstmatig worden verkregen door enting (vlg. Immuniteit).