is een gesl. van de farn. der Vlinderbloemigen. De soorten P.vulgaris L. en P.coccinus mL., bonen, worden in Ned. en België verbouwd als groente (t.b.v. de groene peul) en rijp geoogst voor de zaden (z.
Boon).In Indon. worden gebruikt: P.vulgaris, boontjes; P.calcaratus ROXB., katjang otji; P.radiatus L., katjang idjo; P.lunatus L., kratok of limaboon.
De kratok, afkomstig uit Z. Am., wordt gebruikt als groenbemester, grondbedekker en als voedingsgewas. Zij bedekt de bodem snel en is bekend om zijn grondverbeterende eigenschappen. De jonge peulen worden wel als groente gebruikt. De sterk variërende zaden bevatten bij de meeste rassen blauwzuur. Het kookwater moet daarom herhaaldelijk afgegoten en ververst worden.