noemt men in de bosb. de tijdsduur, die bij het lecgkapbosbcdrijf nodig is om de bomen kaprijp te doen worden. De duur van de o. of m.a.w. de beoordeling van de kaprijpheid der bomen hangt af van het bedrijfsdoel, dat men nastreeft.
Men onderscheidt de volgende o.:a) De natuurlijke o., waarvoor het criterium is de leeftijd, waarop de bomen gemiddeld van nature sterven. Deze o. komt in aanmerking voor Iuxe- en parkbossen, zowel als voor schermbossen. Hier oogst men alleen het dode en omgevallen hout.
b) De massa-omloop, die wordt bepaald door het tijdstip, waarop de gemiddelde massaproductie van de opstand haar maximum bereikt. Deze o. is op zijn plaats in bosbedrijven, waar het uitsluitend om massaproductie te doen is en waar het niet gaat om hout van langere en zwaardere maten te krijgen. Dit zijn vooral brandhoutbedrijven. Het tijdstip van culmineren van de gemiddelde massa-aanwas hangt behalve van de houtsoort ook van de grondkwaliteit af. Op slechte gronden vindt deze culminatie later plaats.
c) De technische o. wordt bepaald door het tijdstip, dat de bomen van de opstand bepaalde afmetingen bereiken. Deze o. is van betekenis, daar waar de productie van het bos geheel gericht moet worden op een bepaald product, b.v. papierhout, mijnhout, dwarsliggers. In dgl. gevallen vormt het bos eigenlijk een onderdeel van de industrie en is het bedrijfsdoel met de geringste kosten de door de industrie benodigde sortimenten te telen.
d) De waarde-o., waarbij men streeft naar de hoogste gemiddelde waarde-aanwas. De waarde-aanwas is het verschil van de houtopbrengsten en de voor de teelt nodige cultuur-, oogst- en beheerskosten. Door de belangrijke vermeerdering van de eenheidswaarde van het hout bij het ouder worden der bomen zal de culminatie van de gemiddelde waarde-aanwas belangrijk later vallen dan die van de massa-aanwas. Deze o. is op haar plaats, daar waar men uit een bepaald bosbezit de grootste netto-bosopbrengst wil verkrijgen zonder op de daarvoor nodige kapitaalinvestering te letten. Dit kan aantrekkelijk zijn voor houtinvoerlanden, omdat men dan het minst van het buitenland afhankelijk is, terwijl de hoge houtvoorraad een welkome reserve is voor tijden van gestoord buitenlands ruilverkeer (oorlog). Hiervoor moet men zich dan een geringere rentabiliteit van het bedrijf getroosten. Ook het behoud van de bodemproductiviteit is i.h.a. bij lange o. gemakkelijker dan bij korte. De waarde-o. wordt sterk beïnvloed door de volkomenheid der opstanden. Door een toenemende onvolkomenheid bij het ouder worden der opstanden, zoals in de praktijk vaak is waar te nemen, zal de waarde-o. belangrijk worden verkort.
e) De financiële of rentabiliteits o. streeft naar de grootste rentabiliteit in het bosbedrijf. Men kan dit tijdstip het best bepalen door uitgaande van een bepaalde bosrentevoet uit de baten en lasten van het bedrijf de opbrengstwaarde van de grond voor verschillende o. te berekenen. In deze opbrengstwaarde is dan de ondernemerspremie besloten. De grootste rentabiliteit wordt dan bereikt op het tijdstip dat de grondopbrengstwaarde culmineert. Deze financiële o. valt meestal belangrijk korter uit dan de waarde-o., waaruit volgt, dat bij de laatste het bedrijfsrendement belangrijk beneden de aangenomen bosrentevoet ligt.