is het schiften van een aantal planten, die niet afzonderlijk, maar gezamenlijk, in massa, worden naverbouwd. Bij positieve m. worden de gewenste planten gezamenlijk vermeerderd, bij negatieve m. de ongewenste opgeruimd en de rest gezamenlijk vermeerderd.
M. is een eenvoudige vorm van selectie, stamselectie is meer gespecialiseerd, omdat daardoor goede genotypen beter gescheiden kunnen worden van slechte. De m. heeft het nadeel dat ze langzaam werkt en weinig effect sorteert bij selectie op eigenschappen, die onder invloed van de omstandigheden sterk modificeerbaar zijn.Een belangrijk voordeel is, dat m. gemakkelijk in het schema van een gewone zaadvermeerdering past en daardoor weinig extra kapitaal en arbeid vraagt. Zij wordt derhalve overal gebruikt, waar geringe onkosten van meer belang zijn dan snelle resultaten. Bovendien is bij m. het gevaar, dat men waardevolle eigenschappen, die men niet goed kent, bij het selectiewerk zal verspelen minder groot dan bij stamselectie. Bij toepassing van m. bij kruisbevrachters loopt men minder spoedig gevaar van inteeltverzwakking dan bij stamselectie. Voor m. bij pootaardappelen, zie Selectie.