is een kaasgebrek, dat ontstaat, doordat er een overmatige gasontwikkeling in de kaas heeft plaatsgehad. Dit kan in een vroeg stadium, b.v. onder het persen of pekelen, gebeuren (z.
Heft en Rijzen) of later b.v. ca 2 weken na de bereiding; men spreekt dan van laat(-optredend) los (z. Grootgaterig en Knijper).