Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Valt op hè?

Ontwerp nu je advertentie. Direct online!

Synoniem van los

  • lichtzinnig
  • liederlijk
  • losbandig
  • lynx
  • ongebonden
  • vlot
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • afgescheiden
  • afgezonderd
  • afzonderlijk
  • apart
  • bedrieglijk
  • gemoedelijk
  • gescheiden
  • lynx
  • ongebonden
  • vlot
  • Betekenis van los
  • Spreekwoorden met los
  • Spelling van los
  • los vervoegen
2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen

Handwoordenboek synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Los

Terwijl lichtzinnig de eigenschap van het karakter aanduidt, waardoor men de wetten van zedelijkheid en welvoeglijkheid niet ernstig opneemt en zich niet om de gevolgen zijner daden bekommert, zien de andere woorden meer op de uitingen der lichtzinnigheid. Los, d. i. niet vast, niet gebonden, staat tegenover stijf; uit de beteekenis niet gebonden heeft zich die, welke men thans in ongebonden heeft, ontwikkeld: die los leeft laat zich niet door allerlei banden beteugelen. Losbandig en minder sterk ongebonden duiden aan, dat men zich aan geene zedelijke banden stoort, aan grove buiten¬sporigheden zich schuldig maakt. De losse jeugd. Een los leven leiden — zijn vermaak op ongeoorloofde wegen zoeken. Een hooge graad van los¬bandigheid en zedeloosheid wordt aangeduid door liederlijk.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

los

los - bijvoeglijk naamwoord

1. niet of niet stevig vast
♢ de hond is los
1. alles wat los en vast zit is weggehaald
[alles dus]
2. de beer is los
[de narigheid is begonnen]
3. er zit een draadje (schroefje) bij hem los
[hij is niet goed bij zijn verstand]
4. losse handen hebben
[veel en gauw slaan]
5. iets uit de losse pols doen
[met groot gemak]
6. op losse schroeven staan
[onzeker, twijfelachtig of het doorgaat]
7. aan hem is een steekje los
[hij is een beetje gek]
8. als los zand aan elkaar hangen
[zonder samenhang zijn]
2. op zichzelf, afzonderlijk
♢ hij schreef enkele losse woorden
1. dat was maar een losse opmerking
[ik bedoelde er niet iets bijzonders mee]
2. een losse kracht
[zonder arbeidsovereenkomst]
3. een los nummer
[dat niet bij een abonnement hoort]
4. los van...
[afgezien van...]
3. niet strak of gespannen
♢ je moet je spieren los maken
4. gemakkelijk in de omgang
♢ hij is erg los in de omgang met meisjes

Algemene uitdrukkingen:
1. zij leven erop los
[doen waar ze zin in hebben]
2. hij slaat erop los
[slaat hard en wild]
3. een losse flodder
[munitiepatroon zonder kogel]
4. van God los zijn
[verderfelijk]
5. erop los leven
[losbandig zijn]
Bijvoeglijk naamwoord: los
... is losser dan ...
de/het losse ...

Synoniemen
vlot

Tegenstellingen
aaneen, star, stijf

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2023 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten