Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Krimpen

betekenis & definitie

1. (bosb.) Wanneer hout gedroogd wordt, verdwijnt eerst het vocht uit de celholten, en het z.g. vrije of capillaire water tussen de cellen en vezeLs. Daarna verdampt het water uit de celwanden, het z.g. gebonden of imbibitiewater.

Laatstgenoemd proces gaat gepaard met volumevermindering: het hout krimpt. Dit k. is het geringst in de lengterichting, het sterkst in tangentiale richting. De krimping is voor verschillende houtsoorten verschillend en loopt uiteen (van vers tot ovendroog): in de lengterichting van 0,1-0,8%. in radiale richting van 2-8%, in tangentiale richting van 4-18%. Zware houtsoorten k. gewoonlijk meer dan lichte.De sterkere krimping in tangentiale richting kan bij onvoorzichtige droging ten gevolge hebben, dat planken kromtrekken en wel des te meer, naarmate ze verder van het hart uit de stam gezaagd zijn. Ook het ontstaan van windscheuren in een stam tijdens het drogen is een gevolg van het ongelijkmatige krimpen.

2. (meteor.) K. is het draaien van de wind tegen de bewegingsrichting van de zon in. Men spreekt dus van krimpende wind als de wind van N.W. naar Z.W. draait; men noemt dit ook wel het teruglopen van de wind. Het k. van de wind heeft niet geheel ten onrechte een slechte klank, omdat het vaak de voorbode is van een depressie, die uit het W. nadert.

< >