Wat is de betekenis van krimpen?

krimpen - Werkwoord 1. ergatief kleiner in omvang worden ♢ De broek was in de was gekrompen en hij kreeg hem niet meer aan. Antoniemen groeien,uitzetten

krimpen - onregelmatig werkwoord uitspraak: krim-pen 1. uitdrogen en daardoor kleiner en rimpeliger worden ♢ de meeste mensen krimpen als ze ouder worden 2. draaien tegen de richting van de klok in ...

1. (bosb.) Wanneer hout gedroogd wordt, verdwijnt eerst het vocht uit de celholten, en het z.g. vrije of capillaire water tussen de cellen en vezeLs. Daarna verdampt het water uit de celwanden, het z.g. gebonden of imbibitiewater. Laatstgenoemd proces gaat gepaard met volumevermindering: het hout krimpt. Dit k. is het geringst in de lengterichting,...

v., krimpe, k r o m p, k r o m p e n; bilûke; de wind krimpt, de wyn krimpt, lûkt it gat yn, is krimperich.

krimpen.

...

(kromp, heeft en is gekrompen), I. (onoverg.) 1. een geringere uitgebreidheid krijgen, zich samentrekken door het verlies of het opnemen van vocht, onder inwerking van temperatuursverhoging of -verlaging enz.: laken krimpt in water ; hout krimpt door de droogte; stenen krimpen in de oven ; zink moet zo gelegd worden dat het naar a...

is (1, 2), heeft (3) gekrompen; 1. kleiner, smaller, dunner worden; zich samentrekken; ook fig.: de maan gaat krimpen, afnemen; zij krimpt van kou; 2. van de wind: minder gunstig worden, door het N. naar het W. gaan: de wind ging krimpen; 3. kleiner, smaller, dunner doen worden: laken, baai krimpen.

(van den wind) (Eng. backing) is het draaien van den wind tegen de richting van de wijzers van een uurwerk, dus bijv. van Noord door West naar Zuid of Oost. Het tegenovergestelde heet „ruimen” (Engelsch: veering). Een opvallend verschijnsel is het afwisselend krimpen en ruimen (uitschieten) van den wind bij de Noord-Wester buien (Maarts...