Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Krimp

betekenis & definitie

1. (bodem) Bepaalde kleisoorten zwellen op bij opname van water en krimpen weer bij uitdroging; andere kleisoorten vertonen die volumeverandering in veel mindere mate (kaolin b.v.). Hoe meer klei een grondsoort bevat, hoe groter het opzwellen en de k.

Op het veld kan men de k. na een tijd van droogte waarnemen aan de krimpscheuren, die bij sommige trop. en subtrop. zware gronden wel 5 cm breed en een paar m diep kunnen worden. Andere, rode gronden, met minder cohaesie, verbrokkelen bij indroging eerder en vormen veel minder, maar veel fijner krimpscheurtjes. In de keramiek speelt de k. van de klei, waarvan men stenen of pannen of aardewerk enz. bakt. een grote rol en dus ook het watergehalte bij het vormen.2. (bij aardappel) Hier verstaat men onder k. het inkrimpen van de knollen tijdens de bewaring als gevolg van het verlies van water door verdamping en verlies van koolhydraten door de ademhaling.

< >