Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Kefir

betekenis & definitie

is een uit koemelk bereide, zure, gistende drank; oorspronkelijk uit de Kaukasus. Zij wordt verkregen door aan de melk z.g. kefirkorrels toe te voegen.

Deze korrels zijn geelwit en bloemkoolachtig; in Nederland noemt men ze ten onrechte dikwijls yoghurtplantjes; ze hebben met yoghurt niets te maken. De korrels bestaan uit gestremde caseïne en slijm, waarin zich, zoals BEYERINCK heeft aangetoond, staafvormige melkzuurbacteriën hebben opgehoopt, die in symbiose leven met een lactosegist. Deze laatste komt vooral in de buitenste laag van de korrels voor. Men kweekt de k. bij 15-200 C in gepasteuriseerde melk. De melk wordt zuur en er wordt een weinig alcohol gevormd. De korrels, die bij het kweken in omvang toenemen, worden afgezeefd en kunnen opnieuw worden gebruikt.

Soms giet men de kefirmelk met verse, gekookte melk in flessen om ze bij 20-220 C een paar dagen in de gesloten fles te laten nagisten. Men krijgt dan een koolzuurhoudende, licht alcoholische, schuimende, aangenaam smakende drank.