Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Intensief

betekenis & definitie

Productie met gebruikmaking van veel arbeid en of kapitaal. Of de productie i. dan wel extensief, dit wil in het laatste geval zeggen: met aanwending van weinig arbeid en/of kapitaal, dient te geschieden om rationeel te kunnen worden genoemd, hangt geheel van de omstandigheden af.

Dit komt, doordat bij verhoging van de productiemiddelen kapitaal en arbeid, het verschijnsel of de wet van de afnemende meer-opbrengsten zich doet gelden. Bij opvoering van de intensiteit, b.v. bij vergroting van de bemesting op 1 ha grond, zullen tot een zekere grens, waarboven men niet kan komen - de opbrengsten wel stijgen naarmate er meer mest wordt gegeven, doch de opbrengsten stijgen niet recht-evenredig met de bemestingen. Integendeel, het resultaat van iedere volgende mestgift zal kleiner zijn dan dat van een vorige even grote gift. Zodoende wordt een punt bereikt, waarop een verdere gift kunstmest meer kost dan de door die gift veroorzaakte oogstvermeerdering waard is. De laatste gift zou dan niet meer economisch zijn, de z.g. rentabiliteitsgrens zou zijn overschreden. Deze laatste ligt nl. daar, waar de kosten van de laatste gift kunstmest nog juist worden goedgemaakt door de waarde van de door die laatste gift veroorzaakte meeropbrengst. Tot hoever men met de intensivering zal moeten gaan, om zo rationeel mogelijk te werken, hangt dus van de omstandigheden af.

In de eerste plaats doet het verschijnsel van de afnemende meer-opbrengsten zich onder ongunstige cultuuromstandigheden (slecht klimaat, ondankbare grond) veel krachtiger gelden dan daar, waar de omstandigheden gunstig zijn. Bij gelijkblijvende prijzen van de meststof, b.v. stikstof, en van het te oogsten product, wordt de rentabiliteitsgrens eerder bereikt naarmate de meer-opbrengsten sneller dalen; m.a.w. naarmate het verschijnsel der afnemende meer-opbrengsten sterker optreedt. Onder ongunstige cultuuromstandigheden worden hier niet alleen bedoeld physische omstandigheden, doch ook de mate waarin de andere voedingsstoffen (dan die waarmede men experimenteert! in de grond aanwezig zijn. Uit onderstaand willekeurig opgesteld cijfervoorbeeld volgt, dat de meest doelmatige intensivering (rentabiliteitsgrens), gegeven een bepaalde graad van afneming van de physische opbrengsten, mede bepaald wordt door de prijs van de stikstofmest en door die van de aardappelen. Hoe duurder de mest, hoe eerder de rentabiliteiisgrens is bereikt en omgekeerd. Hoe hoger de prijs van de aardappelen, hoe hoger de rentabiliteitsgrens ligt. Bij een prijs van de stikstofmest van f 20, - per 100 kg en een prijs van de aardappelen van 5 cent per kg, ligt de rentabiliteitsgrens bij 700 kg stikstofmest. Immers verhoging van de bemesting met 100 kg kost f20,— en doet de opbrengst slechts van f 1500,— op f 1515,— toenemen. Zou de stikstofmest

echter f 40, - kosten, dan is de econ. grens reeds bij 600 kg per ha bereikt; verhoging tot 700 kg kost dan f 40,— en levert aan aardappelen slechts f 25,— meer op.

Is de prijs van de aardappelen echter 10 cent per kg, dan ligt de rentabiliteitsgrens, bij een prijs van de stikstofmest van f20,— bij 800 kg en als de stikstofmest f 40,— kost bij 700 kg per ha.

Men kan niet alleen de teelten m.o.m. i. uitoefenen, men kan een bedrijf ook intensiveren door de keuze van de gewassen, aangezien deze zeer verschillende eisen stellen aan arbeid en kapitaal. De cultuur van grasland eist i.h.a. minder arbeidsuren per ha dan die van akkerbouwgewassen (doordat de grondbewerking en het zaaien bij blijvend grasland weinig of niet behoeven plaats te vinden). Van de akkerbouwgewassen zijn de granen met de voedergewassen (klavers) arbeidsextensief; peulvruchten en handelsgewassen zijn intensiever, in het bijzonder vlas, terwijl de suikerbieten- en vooral de pootaardappelteelt nog intensiever zijn. Het intensiefste landbouwgewas is uien. Deze staan daardoor op de grens tussen landbouw- en tuinbouwproducten. De cultuur van de laatste is nl. i.h.a. intensiever dan die van landbouwproducten. Ook de veehouderij kan men meer en minder i. uitoefenen. Bij de voeding van rundvee, varkens, enz. doet zich nl. een analoog verschijnsel voor als bij de teelt van cultuurgewassen. Ook bij de huisdieren worden, naarmate de voeding wordt opgevoerd, de resultaten per kg voedermiddelen geringer. Een landbouwbedrijf kan voorts geïntensiveerd worden door per jaar meer dan één teelt op hetzelfde perceel te verbouwen en door de opbrengst van de grond aan eigen vee te vervoederen (z. Etage-bedrijf).

G. MINDERHOUD.