Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bedrijfsvorm

betekenis & definitie

In de bosb. onderscheidt men naar de wijze, waarop het bos wordt behandeld en t.b.v. de verjonging wordt gekapt, verschillende b.

Men kent naar de wijze van behandeling 3 hoofdvormen nl.:

(1) hooghout, waarbij men de uit zaad of stekken voortgekomen bomen hun volle hoogteontwikkeling laat bereiken en ze slechts éénmaal kapt:

(2) hak- of knothout, waarbij men de bomen, vóór zij hun volle hoogte-ontwikkeling hebben bereikt, afzei of knot om de daardoor ontstane opslagperiodiekte kappen; (3) middelhout een combinatie van hooghout en hakhout op dezelfde vlakte. Om de ontwikkeling van het hakhout mogelijk te maken zal hierbij de stand van het hooghout zeer ruim moeten zijn.

De hak- of knot hout-b. is slechts mogelijk bij loofhout en is thans alleen nog van betekenis voor de griendcultuur. De vroeger in eikenbossen veel voorkomende middelhout-b. is thans nagenoeg geheel opgegeven ten gunste van het hooghout.

Voor de hooghout-b. maakt men nog een verdere indeling naar de wijze, waarop de verjonging wordt tot stand gebracht,

a. leegkap met kunstmatige verjonging (djati, eik);
b. leegkap met natuurlijke verjonging, d.m.v. enkele aan te houden zaadbomen (grove den);
c. schermkap met natuurlijke verjonging, waarbij men de moederopstand over grotere vlakten geleidelijk opruimt (beuk: ;
d. zoom- of groepenkap met natuurlijke verjonging, waarbij men de moederopstand plaatselijk in smalle zomen of kleine groepen opruimt, om het jonge gewas de nodige zijbeschutting te geven (fijnspar, zilverden en vele andere houtsoorten);
e. uitkap met natuurlijke verjonging, waarbij men door het verspreid uitkappen van enkele stammen de verjonging regelmatig over het gehele areaal tot stand brengt (enkel geschikt voor schaduwhoutsoorten: zilverden, fijnspar en beuk).

De leegkap-b. brengt gevaren mede voor de instandhouding van de bodemvruchtbaarheid, vooral als zij over grote oppervlakten wordt gevoerd. De uitkap biedt in dit opzicht de grootste waarborg; zij belemmert echter de natuurlijke verjonging der lichthoutsoorten. Daarom ontwikkelt de moderne houtteelt zich in de richting van de zoom- en groepenkap over kleine oppervlakten.