Botergebrek dat meestal zijn oorzaak vindt in een onvoldoende zindelijkheid in de fabriek, liet komt meer voor bij ongezouten dan bij gezouten boter. Een hoog eiwitgehalte van de boter schijnt het optreden van het gebrek tc bevorderen.
Als kaasgebrek neemt men het veelal waar in kaas, waarin bacteriën van de coli-aërogenesgroep zich ontwikkeld hebben, ook al heeft men door toevoeging van salpeter aan de melk de gasvorming en dus het optreden van heft voorkomen.