Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Gesteenten

betekenis & definitie

noemt men het materiaal, waaruit de aardkorst bestaat. Hiertoe behoren zowel de vaste (rots-g.: als de losse gronden, waaruit de bovenste aardlagen grotendeels bestaan.

Elk g. bestaat uit één of enkele soorten mineralen. De belangrijkste g.-vormende mineralen zijn: veldspaten, amphibolen, augieten, glimmers en kwarts. Toen de oorspronkelijk vloeibare aardbol afkoelde, ontstonden er kristallen van verschillende mineralen, die de aardkorst vormden. Stollings-g.

bestaan uit vrij grote kristallen, ontstaan door langzame kristallisatie. Slollings-g. zijn door verwering vergruisd en daarna door water verplaatst: hierdoor ontstonden bezinkings-g. of sedimenten. Bij vulkanische uitbarstingen komt vloeibare aarde (magma) naar buiten, deze kristalliseert snel en geeft uitvloeiings-g. Binnen in de aarde vindt men in de diepere lagen diepte-g.

De g. zijn ingedeeld naar de mineralen, die er in voorkomen, b.v. graniet = orthoklaas + kwarts + glimmer.

Verschillende mineralen kunnen in water in oplossing gaan en later weer neerslaan, b.v. kalksteen. Resten van planten en dieren in een laag afgezet vormen organogene g. In sterk samengeperste g. kunnen chem. omzettingen plaatsvinden, zodat er nieuwe mineralen ontstaan met een gelaagd uiterlijk, metamorfe g.