(plantensoc.) is een vegetatie-eenheid, die zuiver of althans in hoofdzaak physiognomisch is gekarakteriseerd, hetzij naar het algemene uiterlijk (b.v. heide, grasland), hetzij naar de dominerende grondvorm of levensvorm der planten (b.v. naaldbos, wintergroen loofbos) of naar enkele voor deze grondvorm typerende soorten (b.v. Dipterocarpaceae-bos, beech-maple-forest); dus zonder rekening te houden met de volledige floristische samenstelling en de synoecologie.
Grove eenheid, geschikt voor snel werk (overzichtskartering b.v.) en voor geografische doeleinden, speciaal in floristisch onvoldoend doorvorste landen. Weinig geschikt als werkeenheid in gebieden met een intensieve cultuur.