Sommige stoffen zenden, wanneer zij door elektromagnetische straling (z. Licht) van bepaalde golflengten getroffen worden, straling van andere golflengten uil.
Dit verschijnsel, dat men fluorescentie noemt, wordt in de z.g. f. toegepast. Het meest gebruikt worden de buisvormige lampen, (TL-buizen), waarin zich kwikdamp onder lage druk bevindt. Bij stroomdoorgang door de kwikdamp zendt deze ultra-violette straling uit, welke door stoffen, die zich aan de binnenzijde van de buis bevinden, in zichtbaar licht wordt omgezet. Door variatie van deze fluorescerende stoffen kan men licht van verschillende tint verkrijgen. De f. geeft bij eenzelfde energieverbruik een grotere lichtopbrengst dan de gloeilamp. Zij wordt veel toegepast, o.a. voor de verlichting van kassen. De lampen zijn voorzien van een voorschakelapparaat met starter en smoorspoel, dat vrij veel energie opneemt. Ophanging geschiedt hetzij aan rekken tegen het plafond van de ruimte, zoals bij het trekken van tulpen met kunstlicht, hetzij in een trog-armatuur.
De f. worden gebruikt voor het bestralen van planten, indien betrekkelijk weinig licht nodig is, tot 100 W m-. Om grotere lichtsterkte te verkrijgen moeten lampen met groter energieverbruik worden gebruikt, zoals hogedruk-kwiklampen.